Iedere onderneming dient aangifte te doen. Hiervoor zijn deadlines gesteld waar ondernemingen zich aan moeten houden. Maar wat als deze deadlines, ondanks verzoek daartoe, niet worden gehaald en er niet of te laat aangifte wordt gedaan?
In een recent arrest was deze situatie aan de orde. Ondanks dat de betreffende BV door de Belastingdienst was uitgenodigd aangifte vennootschapsbelasting over 2012 in te dienen, werd dit niet gedaan. Vervolgens werd door de BV nog door de Belastingdingdienst gesommeerd tot aangifte, waarin een termijn van 10 werkdagen werd gehanteerd. Ook hier werd door de BV niet op gereageerd wat een ‘aangifteverzuim’ oplevert.
Na 10 maanden legde de Belastingdienst een aanslag op naar een geschatte winst van € 1.000,-. Deze geschatte winst week flink af van de zeven voorgaande jaren, nu in deze zeven voorafgaande jaren door de BV verlies werd geleden van ongeveer € 12.000,-. Naast deze aanslag werd de BV beboet voor het aangifteverzuim met een boete van € 2.460,-.
Vervolgens werd door de BV binnen een week aangifte VPB ingediend. Hiermee kwam het aangifteverzuim niet te vervallen. De aangifte werd als bezwaar gezien op de opgelegde aanslag en werd door de inspecteur afgewezen. De BV stapte vervolgens naar de rechter.
Indien er sprake is van een aangifteverzuim is een beroep tegen een aanslag slechts gegrond indien de belanghebbende, de BV dus, ‘overtuigend het tegendeel aantoont’. Er is derhalve sprake van een omkering van de verzwaarde bewijslast. De BV dient te bewijzen wat zijn belastbare winst had moeten zijn. Dit betekent dat bijvoorbeeld door middel van een jaarrekening een andere belastbare winst zou moeten worden aangetoond. Echter nu in deze zaak zulk bewijs ontbrak, werd door het Hof vastgesteld dat het door de BV ingediende belastbare winst (wat op een verlies neerkwam) niet overtuigend werd aangetoond.
Er is echter nog hoop voor de BV, omdat de geschatte winst door de inspecteur redelijk dient te zijn. Vanwege de verliezen in de voorgaande jaren vond het Hof dat er geen sprake was van een redelijk geschatte winst. Derhalve verminderde het Hof de winst naar nihil.
Nu het niet (tijdig) doen van aangifte niet alleen een bestuurlijke boete met zich meebrengt, maar ook een verzwaarde omkering van de bewijslast is het (tijdig) doen van aangifte een ‘must’.
Het arrest vindt u hier.
Door: J.P. Voorn