Als natuurlijk persoon dient u jaarlijks aangifte te doen voor de inkomstenbelasting. U kunt verschillende soorten inkomsten hebben. Deze verschillende soorten inkomsten worden gecategoriseerd onder één van de drie boxen. In dit artikel hebben we het over de veranderingen in box 3, inkomen uit sparen en beleggen. De tariefstructuur is sinds 2017 namelijk veranderd. Hoe was het nou voor 2017 en hoe is het eigenlijk vanaf 2017? Met andere woorden, wat is er allemaal veranderd?

Hoe was het geregeld vóór 2017?

Voor 2017 was inkomen uit sparen en beleggen redelijk simpel geregeld. Over uw vermogen werd een fictief rendement van 4% gehanteerd waarover 30% belasting was verschuldigd. Dit betekent dat u over uw vermogen 1,2% belasting was verschuldigd. Net zoals nu, was een eerste deel van het vermogen vrijgesteld van deze heffing. De hoogte van dit heffingsvrije deel verschilt per jaar.

Voorbeeld vóór 2017

In 2016 gold een heffingsvrij vermogen van € 24.437. Mocht u op 1 januari 2016 een vermogen hebben van €25.437, was u slechts over €1.000 inkomstenbelasting uit sparen en beleggen verschuldigd. U werd dan geacht met dat vermogen €40 rendement (4% van €1.000) te hebben gegenereerd. Over dit fictief rendement was u 30% belasting verschuldigd. U was dan dus 30% over €40 verschuldigd. Derhalve was u €12 inkomstenbelasting uit sparen en beleggen verschuldigd. Dit was u verschuldigd ongeacht of u ook daadwerkelijk rendement had behaald .

Hoe is het geregeld vanaf 2017?

Vanaf 2017 is het een en ander dus veranderd voor het inkomen uit sparen en beleggen. De reden hiervoor is dat er vanuit wordt gegaan dat hoe meer vermogen u heeft, hoe meer rendement u behaalt. Dit komt mede doordat er vanuit wordt gegaan dat hoe meer vermogen u heeft, hoe meer u belegt in plaats van spaart. Derhalve is het vanaf 2017 als volgt geregeld.

Er geldt nog steeds een heffingsvrij vermogen. Over dit deel van uw vermogen bent u geen inkomstenbelasting verschuldigd. Het heffingsvrije deel over dit jaar en voorgaande jaren was als volgt:

Jaar Heffingsvrij vermogen
2018 € 30.000
2017 € 25.000
2016 € 24.437

Over al uw vermogen boven dit heffingsvrije deel is wel inkomstenbelasting uit sparen en beleggen verschuldigd. Net zoals voorheen geldt dat er van een fictief rendement wordt uitgegaan. Daarnaast blijft het tarief hetzelfde, namelijk 30%. Wat wel veranderd is het volgende. Ten eerste wordt uw vermogen naar aanleiding van de hoogte verdeeld in drie schijven. En ten tweede wordt uw vermogen gesplitst. Een deel van uw vermogen wordt geacht te worden gespaard en een deel van uw vermogen wordt geacht te worden belegd. Over het deel dat wordt geacht te worden gespaard geldt een fictief rendement van 1,63%. Over het deel dat wordt geacht te worden belegt geldt een fictief rendement van 5,39%. Over dit fictief rendement geldt dus een tarief van 30%. Bovenstaande wordt in onderstaande tabel overzichtelijk.

Schijf Grondslag sparen en beleggen Percentage sparen

(fictief rendement van 1,63%)

Percentage beleggen

(fictief rendement van 5,39%)

Gemiddeld percentage rendement
1 Tot en met €75.000 67% 33% 2,871%
2 Vanaf €75.001 t/m €975.000 21% 79% 4,600%
3 Vanaf €975.001 0% 100% 5,390%

Dit gaan we duidelijk maken door middel van een voorbeeld.

Voorbeeld vanaf 2017

U heeft op 1 januari 2017 een vermogen van €500.000. Dit is meer dan het heffingsvrije deel van €25.000. U bent dus belasting over inkomen uit sparen en beleggen verschuldigd. Deze belasting wordt dan als volgt berekend. Het heffingsvrije deel, de eerste €25.000, is vrijgesteld. U bent dus over €475.000 belasting verschuldigd. Dit wordt over de eerste twee schijven verdeeld. De eerste €75.000 valt in de eerste schijf en de overige €400.000 (475.000 – 75.000) valt in de tweede schijf. Schijf 1 wordt verdeeld in €50.250 sparen (67% van 75.000) en €24.750 beleggen (33% van 75.000). Schijf 2 wordt verdeeld in €84.000 sparen (21% van 400.000) en €316.000 beleggen (79% van 400.000). Het vermogen wordt dus verdeeld in €134.250 sparen en €340.750 beleggen. Vervolgens wordt het fictief rendement bepaald. Voor sparen geldt een fictief rendement van 1,63% en is dus €2.188. En voor het beleggen geldt een fictief rendement van 5,39% en is dus €18.366. In totaal is er dus een fictief rendement van €20.554. Over dit fictief rendement geldt een tarief van 30%. Er is in dit voorbeeld dus €6.166 belasting over inkomen uit sparen en beleggen verschuldigd. Onderstaand schema maakt het hopelijk wat duidelijker voor u.

  Hoogte vermogen (€)
Box 3, Inkomen uit sparen en beleggen € 500.000
Heffingsvrije vermogen 2017 € 25.000
Belastbaar vermogen € 475.000
Schijf Vermogensverdeling volgens schijven Hoogte vermogen sparen Hoogte vermogen beleggen Hoogte
f.r.* sparen
Hoogte

f.r.* beleggen

1 € 75.000

(tot en met €75.000)

€ 50.250

(67%)

€ 24.750

(33%)

€ 819

(1,63%)

€ 1.339

(5,39%)

2 € 400.000

(vanaf €75.001 t/m €975.000)

€ 84.000

(21%)

€ 316.000

(79%)

€ 1.369

(1,63%)

€17.032

(5,39%)

3 € 0 (vanaf €975.001) n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Hoogte *fictief rendement sparen en beleggen € 2.188 € 18.366
Som van fictief rendement sparen en beleggen € 20.554
Verschuldigde belasting (30%) € 6.166

Tot slot wil ik u er nog op wijzen dat bovenstaande slechts de (theoretische) veranderingen zijn wat inkomen uit sparen en beleggen betreft. Er wordt hier niet ingegaan op hoe fiscaal gezien het meest voordelig met vermogen om kan worden gegaan. Mocht u namelijk een aanzienlijk vermogen hebben is het bijvoorbeeld (vaak) voordeliger dit in een bv onder te brengen. Over dit laatste wellicht later meer.

Door: J.P. Voorn