Bestuurder van B.V.’s of N.V.’s aansprakelijk stellen voor schulden van de vennootschap waar zij bestuurder van zijn, (wanneer) kan dat?
Het eerste wat onthouden moet worden is het verschil tussen onder andere een eenmanszak en een vennootschap onder firma (hierna: ‘vof’) en B.V.’s en N.V.’s. De eenmanszaak en vof zijn namelijk personenvennootschappen. Dit soort vennootschappen kennen geen gescheiden vermogen van de bestuurder/oprichter. Als bijvoorbeeld de eenmanszaak of de vof wat verschuldigd is, is de bestuurder/oprichter dat ook en kan dan ook door de schuldeiser worden aangesproken. De B.V. en een N.V. zijn echter kapitaalvennootschappen en kenmerken zich doordat ze een gescheiden vermogen kennen. In beginsel kan de bestuurder niet worden aangesproken op schulden van de B.V. of N.V. Om misbruik hiervan te voorkomen, is dit in bepaalde situaties anders. Dit is anders in geval van bestuurdersaansprakelijkheid. Men kent interne bestuurdersaansprakelijkheid en externe bestuurdersaansprakelijkheid.
Interne bestuurdersaansprakelijkheid
Interne bestuurdersaansprakelijkheid houdt in dat een bestuurder door de vennootschap waarvan die bestuurder is, aansprakelijk wordt gesteld. Met andere woorden, de andere bestuurder(s) houden hem of haar aansprakelijk. De vennootschap kan namelijk slechts door haar bestuur ook daadwerkelijk handelingen verrichten. De grondslag voor interne bestuurdersaansprakelijkheid is artikel 2:9 BW. Hiervan is sprake wanneer de bestuurder zijn taak niet naar behoren uitvoert. Het moet daarbij gaan om onverantwoord risico nemen. Risico nemen an sich kan niet leiden tot interne bestuurdersaansprakelijkheid, omdat dat immers hoort bij ondernemen. In de praktijk zal een bestuurder niet vaak door een medebestuurder hierop aansprakelijk worden gesteld, maar zal het veelal zonder rechterlijke tussenkomst worden afgedaan.
Externe bestuurdersaansprakelijkheid
Waar in de praktijk vaker een beroep op wordt gedaan is externe bestuurdersaansprakelijkheid. Dit houdt in dat een bestuurder van een (kapitaal)vennootschap door derden, denk aan leveranciers en klanten, aansprakelijk wordt gesteld. Nogmaals wil ik erop attenderen dat het uitgangspunt is dat een bestuurder niet aansprakelijk gesteld kan worden vanwege het gescheiden vermogen. De grondslag voor een dergelijke aansprakelijkheid is kennelijk onbehoorlijk bestuur (artikel 2:248 BW) of de onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW).
De externe bestuurdersaansprakelijkheid op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur is een mogelijkheid die de curator heeft om (namens de schuldeisers) de bestuurder persoonlijk aansprakelijk te stellen. Wanneer de vennootschap failliet gaat en de oorzaak van dit faillissement voor belangrijke mate gelegen ligt in het kennelijk onbehoorlijk vervullen van de taak door het bestuur kan de curator de bestuurder aansprakelijk stellen. Het moet aannemelijk worden gemaakt dat geen weldenkend bestuurder onder die omstandigheden de vennootschap op die manier had bestuurd. Omdat dit nogal subjectief is, heeft de wetgever aangegeven dat er bijvoorbeeld in ieder geval sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur wanneer de jaarrekening niet (tijdig) is gedeponeerd.
Daarnaast is het voor derden mogelijk om een bestuurder op grond van de onrechtmatige daad aansprakelijk te stellen. Deze manier is voornamelijk ingevuld door jurisprudentie. Ten eerste is dit mogelijk wanneer een bestuurder namens de vennootschap verplichtingen aangaat, terwijl hij of zij weet dat deze niet nagekomen kunnen worden. Dit wordt de Beklamel-norm genoemd. Ten tweede is bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad mogelijk, wanneer de bestuurder ervoor zorgt dat de verplichtingen niet worden nagekomen en/of verhaalsmogelijkheden worden gefrustreerd. Voor deze tweede manier moet een ernstigere vorm van verwijtbaarheid worden bewezen, dan bij een beroep op de Beklamel-norm. Ten derde zijn er ook nog enkele andere gronden voor bestuurdersaansprakelijkheid mogelijk. Deze zijn te specifiek om in deze korte uiteenzetting op in te gaan.
Conclusie
Hoewel bestuurdersaansprakelijkheid vroeger zelden werd aangenomen, is daar steeds minder zelden sprake van. Mocht u zich als derde benadeeld voelen door een bestuurder van een rechtspersoon waar, zo blijkt, niks te ‘halen’ valt en u vraagt zich af of u de bestuurder aansprakelijk kan stellen kunt u contact met ons opnemen. Ook bestuurders die een dergelijke vorm van aansprakelijkheid willen voorkomen of daarvoor vrezen, kunnen voor advies contact met ons opnemen.
Door: J.P. Voorn