Mensen in vaste dienst nemen is iets wat werkgevers hedendaags niet zo snel doen. Bedrijfseconomische redenen spelen bij die keuze een grote rol. De overheid wil het voor werkgevers aantrekkelijker maken om mensen in (vaste) dienst te nemen. Deze maatregelen zijn opgenomen in het nieuwe wetsvoorstel Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB). Dit artikel richt zich op de vier maatregelen zoals hieronder besproken. Weet dus dat in de WAB meer maatregelen worden voorgesteld.

Ten eerste is in de WAB opgenomen dat werknemers ook bij een dienstverband welke langer dan 10 jaar heeft geduurd per gewerkt dienstjaar recht hebben op 1/3 maandsalaris per dienstjaar. Momenteel hebben werknemers bij een dienstverband vanaf 10 jaar per dienstjaar recht op 1/2 maandsalaris per dienstjaar. Wat wel hetzelfde blijft is dat de transitievergoeding wordt berekend aan de hand van het in de arbeidsovereenkomst overeengekomen brutosalaris.

Een tweede maatregel heeft betrekking op het moment dat een werknemer aanspraak kan maken op de transitievergoeding. In de WAB is opgenomen dat een werknemer vanaf de start van zijn of haar arbeidsovereenkomst aanspraak kan maken op de transitievergoeding. In de huidige wetgeving is het zo dat een werknemer pas aanspraak kan maken op transitievergoeding na een dienstverband van 2 jaar.

Een derde maatregel die in de WAB is opgenomen, is gericht op de gronden van ontslag, waardoor het ontslag van werknemers door moet worden vergemakkelijkt. Hedendaags kan een werkgever zijn of haar werknemer slechts ontslaan op basis van één van de afzonderlijke ontslagreden. Aan alle eisen van één van deze gronden moet dan zijn voldaan. In de WAB is opgenomen dat een combinatie van meerdere gronden gezamenlijk een voldoende reden kunnen zijn voor een ontslag. Momenteel is het niet mogelijk om een werknemer te ontslaan als er sprake is van meerdere ontslaggronden, terwijl niet één van die gronden volledig kan worden bewezen. Hier staat tegenover dat in zulks geval de rechter een extra vergoeding aan de werknemer kan toekennen, welke maximaal de helft van de transitievergoeding bedraagt.

Een vierde maatregel waar de WAB zich op richt ziet op de proeftijd. Momenteel is het zo dat werkgevers bij het (voor het eerst) voor onbepaalde tijd in dienst nemen van een werknemer een proeftijd van maximaal twee maanden kan overeenkomen. Dit is in de WAB verruimd naar vijf maanden. Let daarbij dus wel op dat het gaat om een eerste arbeidsovereenkomst en een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Ook tijdelijke dienstverbanden die langer dan twee jaar duren, wordt de proeftijd verruimd van twee maanden naar drie maanden.

Gezien het bovenstaande kan de komst van de WAB vele (financiële) voordelen voor werkgevers met zich meebrengen. Daarbij moet wel de opmerking worden gemaakt dat het gaat om plannen en dus nog geen wetgeving is. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2020.

Nogmaals wil ik u erop attenderen dat dit slechts voorbeelden zijn van maatregelen die in de WAB zijn aangekondigd en hier dus niet alle maatregelen worden besproken.

Door: D. Mansyur