Inleiding

Het gebeurt aan de lopende band; bedrijven die een opdracht krijgen en voor het vervullen van die opdracht weer een (werknemer van een) ander bedrijf inschakelen.  Deze keten kan in principe zo ver gaan als men zelf wilt. Dergelijke situaties heeft tot gevolg dat het voor de eerste opdrachtgever onduidelijk kan zijn wie de opdracht nou feitelijk uitvoert of bij wie diegene in dienst is. Zolang de opdracht goed wordt uitgevoerd en de opdrachtgever tevreden is, is er geen probleem. Maar wat nu als diegene die de opdracht uitvoert schade veroorzaakt? Wat kan de eerste opdrachtgever in z’n situaties doen? Met andere woorden, wie kan de eerste opdrachtgever aansprakelijk stellen voor de schade?

HR 14 juli 2017 (zaaknummer: 16/02773)[1]

Onder meer deze vraag deed zich voor bij een situatie waarbij ProRail werkzaamheden door BAM liet uitvoeren. Eén van die werkzaamheden was het controleren of de wissels in de juiste stand zouden staan. Als een wissel niet in de juiste stand staat en een trein eroverheen rijdt, wordt die wissel ‘open gereden’ met schade aan de wissel tot gevolg. BAM schakelde voor deze specifieke werkzaamheid JMV in. JMV had vervolgens ook weer een derde ingeschakeld om die werkzaamheid te verrichten. U kunt het al raden, de betreffende persoon had zijn werk niet goed gedaan, want een trein reed over een wissel en reed deze open met schade aan de wissel tot gevolg. ProRail leidt dus schade, welke wordt vergoed door haar verzekeraar, Zurich Insurance, die op haar beurt als gesubrogeerde de schade vergoed wilt zien. Hoewel in deze zaak meerdere onderwerpen naar voren kwamen, behandel ik in deze nieuwsbrief enkel hetgeen wat relevant is voor de aansprakelijkheid van de ondergeschikte (ex artikel 6:170 BW).

Aansprakelijkheid voor ondergeschikten

Om een derde op grond van artikel 6:170 BW aansprakelijk te stellen moet er aan drie voorwaarden zijn voldaan. Ten eerste moet de persoon (die de feitelijke werkzaamheden uitvoerde) een fout hebben begaan waarvoor hij aansprakelijk is richting de benadeelde (in veel gevallen de eerste opdrachtgever). Ten tweede moet de persoon een ondergeschikte zijn van de aan te spreken werkgever. Dit wordt ook wel het zeggenschapscriterium genoemd. En ten derde moet er een functioneel verband zijn tussen de fout (/schade) en de opgedragen taak. Tevens kunnen verbintenisrechtelijke verhoudingen ook nog een rol spelen, maar dat laat ik hier voor wat het is.

Zurich Insurance stelt JMV aansprakelijk voor de geleden schade aan de wissel op grond van aansprakelijkheid voor onderschikten. JMV verweert door aan te geven dat helemaal geen fout is begaan en door aan te geven dat de persoon zou kwalificeren als haar ondergeschikte. Hier wil ik ingaan op de vraag wanneer de persoon als ondergeschikte van een opdrachtnemer gekwalificeerd kan worden. Met andere woorden, is er voldaan aan het zeggenschapscriterium. Of er een fout is begaan lijkt mij meer van feitelijke en bewijstechnische aard.

Ondergeschikt?

Het Hof heeft over de vraag of de persoon als ondergeschikte van JMV kon worden gekwalificeerd geoordeeld dat dit het geval was, ondanks dat JMV deze persoon ook weer bij iemand anders had ingeleend. De reden die het Hof gaf is dat JMV kon bepalen of zij deze persoon wel of niet zou inzetten ter uitvoering van de opdracht. Wat dit betreft bevestigde de Hoge Raad vervolgens het oordeel van het Hof.

Het is dan ook veilig om te constateren dat ondergeschiktheid snel wordt aangenomen. Eén van de gedachtes hierachter is dat het niet voor risico van de benadeelde moet komen bij wie de uitvoerende persoon feitelijk in dienst of wie er materieel invloed kon uitoefenen op de uitvoerende persoon. Het moet niet aan de benadeelde zijn om hier onderzoek naar te moeten doen en te moeten kunnen bewijzen.

Conclusie

Concluderend kan dan ook worden aangenomen dat een benadeelde in zeer veel gevallen iedere partij in de keten tussen de eerste en de laatste opdrachtnemer aansprakelijk kan stellen. Voor hoeverre het relevant is, vraag ik me af of in- en uitleners zich hier enigszins bewust van zin. Of dit relevant is, is waarschijnlijk grotendeels afhankelijk van hoe de uiteindelijk schade door iedere partij gedragen dient te worden. Dat is vervolgens weer afhankelijk van zaken als ‘eigen schuld’ en ‘medeschuld’.

Wat mij bij deze zaak tot slot nog opviel is dat het vanuit de optiek van JMV zeer onbevredigend en zelfs onrechtvaardig aan zal voelen dat zij (deels) de schade van ProRail dienen te dragen, terwijl zij feitelijk geen invloed konden uitoefenen op de uit te voeren werkzaamheden van de uitvoerende persoon en de uitvoerende persoon niet bij haar in dienst is.

Door: J.P. Voorn

[1] HR 14 juli 2017 ECLI:NL:HR:2017:1345

Onder meer deze vraag deed zich voor bij een situatie waarbij ProRail werkzaamheden door BAM liet uitvoeren[1]. Eén van die werkzaamheden was het controleren of de wissels in de juiste stand zouden staan. Als een wissel niet in de juiste stand staat en een trein eroverheen rijdt, wordt die wissel ‘open gereden’ met schade aan de wissel tot gevolg. BAM schakelde voor deze specifieke werkzaamheid JMV in. JMV had vervolgens ook weer een derde ingeschakeld om die werkzaamheid te verrichten. U kunt het al raden, de betreffende persoon had zijn werk niet goed gedaan, want een trein reed over een wissel en reed deze open met schade aan de wissel tot gevolg. ProRail leidt dus schade, welke wordt vergoed door haar verzekeraar, Zurich Insurance, die op haar beurt als gesubrogeerde de schade vergoed wilt zien. Hoewel in deze zaak meerdere onderwerpen naar voren kwamen, behandel ik in deze nieuwsbrief enkel hetgeen wat relevant is voor de aansprakelijkheid van de ondergeschikte (ex artikel 6:170 BW).

Aansprakelijkheid voor ondergeschikten

Om een derde op grond van artikel 6:170 BW aansprakelijk te stellen moet er aan drie voorwaarden zijn voldaan. Ten eerste moet de persoon (die de feitelijke werkzaamheden uitvoerde) een fout hebben begaan waarvoor hij aansprakelijk is richting de benadeelde (in veel gevallen de eerste opdrachtgever). Ten tweede moet de persoon een ondergeschikte zijn van de aan te spreken werkgever. Dit wordt ook wel het zeggenschapscriterium genoemd. En ten derde moet er een functioneel verband zijn tussen de fout (/schade) en de opgedragen taak. Tevens kunnen verbintenisrechtelijke verhoudingen ook nog een rol spelen, maar dat laat ik hier voor wat het is.

Zurich Insurance stelt JMV aansprakelijk voor de geleden schade aan de wissel op grond van aansprakelijkheid voor onderschikten. JMV verweert door aan te geven dat helemaal geen fout is begaan en door aan te geven dat de persoon zou kwalificeren als haar ondergeschikte. Hier wil ik ingaan op de vraag wanneer de persoon als ondergeschikte van een opdrachtnemer gekwalificeerd kan worden. Met andere woorden, is er voldaan aan het zeggenschapscriterium. Of er een fout is begaan lijkt mij meer van feitelijke en bewijstechnische aard.

Ondergeschikt?

Het Hof heeft over de vraag of de persoon als ondergeschikte van JMV kon worden gekwalificeerd geoordeeld dat dit het geval was, ondanks dat JMV deze persoon ook weer bij iemand anders had ingeleend. De reden die het Hof gaf is dat JMV kon bepalen of zij deze persoon wel of niet zou inzetten ter uitvoering van de opdracht. Wat dit betreft bevestigde de Hoge Raad vervolgens het oordeel van het Hof.

Het is dan ook veilig om te constateren dat ondergeschiktheid snel wordt aangenomen. Eén van de gedachtes hierachter is dat het niet voor risico van de benadeelde moet komen bij wie de uitvoerende persoon feitelijk in dienst of wie er materieel invloed kon uitoefenen op de uitvoerende persoon. Het moet niet aan de benadeelde zijn om hier onderzoek naar te moeten doen en te moeten kunnen bewijzen.

Conclusie

Concluderend kan dan ook worden aangenomen dat een benadeelde in zeer veel gevallen iedere partij in de keten tussen de eerste en de laatste opdrachtnemer aansprakelijk kan stellen. Voor hoeverre het relevant is, vraag ik me af of in- en uitleners zich hier enigszins bewust van zin. Of dit relevant is, is waarschijnlijk grotendeels afhankelijk van hoe de uiteindelijk schade door iedere partij gedragen dient te worden. Dat is vervolgens weer afhankelijk van zaken als ‘eigen schuld’ en ‘medeschuld’.

Wat mij bij deze zaak tot slot nog opviel is dat het vanuit de optiek van JMV zeer onbevredigend en zelfs onrechtvaardig aan zal voelen dat zij (deels) de schade van ProRail dienen te dragen, terwijl zij feitelijk geen invloed konden uitoefenen op de uit te voeren werkzaamheden van de uitvoerende persoon en de uitvoerende persoon niet bij haar in dienst is.

Door: J.P. Voorn

[1] HR 14 juli 2017 ECLI:NL:HR:2017:1345