Bedrijven, ondernemers en burgers ondervinden allemaal weleens problemen tijdens het verrichten van alledaagse zaken. Denk daarbij aan schuldenaren die hun facturen niet betalen of aan gebrekkig geleverde producten of diensten. Kenmerkend van deze problemen is dat het gaat om een discussie tussen twee partijen. Het kan echter zo zijn dat meerdere personen schade leiden door het doen of nalaten van één persoon. Denk daarbij aan de zaak va de DES-dochters, waarbij zwangere vrouwen een bepaald medicijn dienden te slikken tijdens de zwangerschap waardoor de dochter daarvan medische klachten ondervonden. Indien zoiets dergelijks gebeurt kunnen gedupeerden op grond van artikel 3:305a BW als collectief naar de rechter. De rechter kan echter enkel een verklaring voor recht geven. Dit is een vonnis waarmee de rechter slechts de rechtsverhoudingen tussen partijen definitief vaststelt. Daarna moeten alle individuele gedupeerden ‘opnieuw’ naar de rechter om schadevergoeding te vorderen. Wat mensen hiervan als grootste nadeel ervaren, is dat dit traject heel erg omslachtig is en lang duurt.

Amerika en de ‘Class Action Lawsuit’

In Amerika hebben ze hier een oplossing voor. Dit is de zogeheten ‘Class Action Lawsuit’ (in het Nederlands ook wel een collectieve schadeclaim genoemd). Dit is een vorm van rechtszaak waarin een grote groep personen collectief een schadeclaim indienen en deze bij de rechter gaan verhalen. Doordat dit één procedure is, kost dit minder geld en tijd. Waarom neemt Nederland dit niet over? Dit komt doordat de Nederlandse politiek angstig was voor ‘Amerikaanse toestanden’ waarbij mensen onnodig veel miljoenenclaims indienen bij de rechter.

Minister Dekker (voor Rechtsbescherming) en het wetsvoorstel

Tegenwoordig begint de Nederlandse politiek steeds meer te beseffen dat het recht moet voorzien in de mogelijkheid om collectief een schadeclaim eenvoudig(er) te kunnen vorderen. Met die gedachte heeft de Tweede Kamer op 29 januari 2019 dan ook een wetsvoorstel van minister Dekker aangenomen die in die mogelijkheid moet gaan voorzien. Het komt er daarbij op neer dat de rechter in één keer de volledige schadevergoeding vaststelt en de zaak vervolgens ook bij die rechter wordt afgedaan. Dit bespaart tijd en geld. Naast de mogelijkheid van een collectieve schadevergoeding, regelt het wetsvoorstel ook dat gedupeerden zich tijdens de procedure en na een vonnis niet meer kunnen onttrekken aan de collectieve regeling. De rechter wijst de meest geschikte partij als ‘exclusieve belangenbehartiger’ aan op basis van kwaliteitseisen. Die regelt vervolgens de verdeling van de schadevergoeding.

Het wetsvoorstel moet nog wel door de Eerste Kamer worden aangenomen. Indien het wetsvoorstel daar wordt aangenomen, heeft men de verwachting dat de nieuwe wet dit jaar nog in werking zal treden.

Door: D. Mansyur