Het coronavirus heeft niet alleen de in de persconferenties aangekondigede maatregelen tot gevolg, maar heeft ook tot andere regelgeving geleidt. Er wordt in dit artikel kort stilgestaan bij wat er is veranderd voor de B.V. Het gaat daarbij om wijzigingen die zijn opgenomen in de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie & Veiligheid en zijn van ondernemingsrechtelijke aard.

De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie & Veiligheid wordt hierna de “Noodwet” genoemd. De Noodwet bevat onder andere wijzigingen met betrekking tot het houden van een Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) en (de gevolgen van) het deponeren van de jaarcijfers. De naar onze mening belangrijkste tijdelijke wijzigingen zijn kortgezegd de volgende:

  • De termijn voor het vaststellen van de jaarrekening van een bepaald boekjaar is 5 maanden en kan door het bestuur (in plaats van de aandeelhouders) worden verlengd met nogmaals 5
  • Het bestuur kan bepalen dat de aandeelhoudersvergadering niet fysiek kan worden bijgewoond. Zo kan het bestuur, ondanks dat de statuten deze mogelijkheid niet biedt, tot 48 uur voor aanvang van de vergadering bepalen dat de vergadering niet fysiek maar langs elektronische weg plaatsvindt en ook langs elektronisch weg kan worden gestemd.

Samenvattend komen deze wijzigingen erop neer dat aandeelhouders en het bestuur hun functie meer op afstand (en dus vanuit huis) kunnen vervullen. Het doel daarvan is natuurlijk het aantal reisstromen en contactmoment beperken. Praktisch werkt dit natuurlijk alleen wanneer het bestuur van de vennootschap niet tevens de (100%) aandeelhouder is van de vennootschap. Doordat dit meestal wel het geval is, heeft de Noodwet op die gevallen vermoedelijk geen tot weinig invloed. Wat echter de gevolgen zijn voor bestuurdersaansprakelijkheid zal in de praktijk nog moeten blijken. Legal Account volgt het voor u.

Door: mr. V.H.M. Voorn